Het adellijk Huis Aldeneijck

Het adellijk huis Aldeneijck bij Maaseik kwam op 26 juli 1571 door koop in het bezit van Lambert van POLLART, zoon van Andre van POLLART, Heer van Exaten en van Anna van de WIJELL. Hij bezat ook reeds het leengoed van Choulen. Zijn broer Dirk verkreeg Exaten. Uit het archief van huize Scheeres blijkt over de koop van Aldeneijck het volgende:

"Heer Philip GIELIS, kanunnik en Cantor der Collegiale Kerke van Onze Lieve vrouwe van Aldeneijck binnen de stad Maaseijck welke ingevolge consentbrieven van de Heeren Deekens en Kapittels der voorz. Kerke van datum 19 mei 1571 en uit kracht der Corfirmatiebrieven van Gerardt van GROESBEECK, Bisschop tot Luik, Hertog tot Bouillon, Grave van Loen enz . denzelve here Phillps GIELIS vergund en verleend den 26en juli 1571, met Peter van WENTHUIJSEN zijnen daartoe verkozen momboir, aan Joncker Lambert van Pollart van Baxen verkoopt, zijne huizing kloostraal met allen zijnen toebehoor en appendentien van blokhuis, schuur, stalling, bongard, moeshoven niets daarvan uitgescheiden (hetwelk vroeger toebehoord had aan den heer Jan GIELIS zaliger, in zijn leven Kanunnik en Scholaster derzelve Collegiale Kerke binnen der Kerspel van Alden Eijck gelegen) Dit huis zal de voorz. Lambert erfelijk behouden enz. enz."

Na het overlijden van deze Lambrecht van POLLART, Heer van Aldeneijck, erft zijn neef Jonker Andries van POLLART, Heer van Exaten, zoon van Lambrects broer, het adellijk huis Aldeneijck alsmede het leengoed Choulen en de Voirt. Hieruit is wel af te leiden dat Lambert, met uitzondering van zijn natuurlijke dochter ELSKEN, kinderloos gestorven is. Jonker Jean van POLLART, 2e zoon van vorengenoemde Andries, verkreeg van zijn vader het adellijk huis Aldeneijck met de leengoederen Choulen en de Voirt. Hij en zijn broer Diederick, die Exaten verkreeg, waren gehuwd met de gezusters Elisabeth en Sophia Maria van Laer van Hoenlo, dochters van Hendrik, heer van Baerlo en van Anna Bertrame van EIJLL. (Zie verder onder kasteel Baarlo en de Berckt.) Deze Jean van POLLART had vier zoons. De oudste genaamd Lambert noemde zich eerst "Heer van Aldeneijck, doch later "Heer van de Berckt". (zie aldaar). Van de twede zoon Andries is weinig bekend en is vermoedelijk ongehuwd gestorven. De derde zoon Hendrik erft op 3 oktober l692, nadat Lambert van diens vrouw de Berckt had verworven, bij diens overlijden het adellijk huis Aldeneijck. Hij was Capiteijn-luitenant van den Grave van FLODROP in het leger van den Princen van ORANIEN. In een acte hierover wordt gezegd:

"Verdrag tussen Johanna Adelheit van HARDENRAEDT, weduwe van Jonker Lambert van POLLART over de scheiding en deling, waarbij Jonker HENDRIK VAN POLLART van Aldeneijck, welke des daags tevoren het adellijk huis en de goederen van Aldeneijck in eigendom bekomen heeft, verklaart dat deze zullen zijn ten behoeve zijner kinderen en deze niet te zullen bezwaren dan tot dato dezes bezwaard zijn, als met consent zijner vrouwe ehegemalinne en zijner kinderen mombers."

En verder:

"Ordonnantie verleend op de regte van Jonker Hendrik van POLLART tot Aldeneijck. Het Hof gezien het berigt van Agnes Margaretha van TWICHELLO, des supplts huisvrouw, enz. ordonneert dat de eigendom der goederen die den supplts bij Akkoorden (zie hiervoren) komt te behouden zal zijn en blijven geaffecteerd aan deszelfe kinderen in der voege enz. 19 jan.1693".

Volgens een getuigenis van Pastoor Jac.Kneltgens te Aldeneijck

"gingen de goederen voortkomende van Jean POLLART en van Elisabeth van LAER van Hoenlo, zijn huisvrouw en gelegen in de gemeente Aldeneijck nabij Maaseik, door verkoop, gelijk het blijkt uit het Register der jaar­getijden en fundatiën, door de erfgenamen van Henricus van POLLART over aan Julius van Rossum, verder op de familie Broekmeulen en van deze op de familie MAGNEE,de tegenwoordige bezitters en eigenaars".

Met Magnee is vermoedelijk bedoeld de tegenwoordige gravin de Magnee de Horn te Horn. Hieruit blijkt tevens,dat deze Hendrik meerdere kinderen moet hebben gehad die het goed vermoedelijk maar verkocht hebben ten einde beter tot een deling te kunnen komen.