Het leengoed KHOULEN en de Hof Ter Voort.

Het leengoed Khoulen kwam door huwelijk van Diederick POLLART, genant Craen of Kraenen ( in het frans werd deze Diederick genoemd: Le crain seigneur d'Exaten. Hiervan is Craen en later Kraenen afgeleid.schr.),met Agnes van der CULEN in het bezit der familie.

Ofschoon dit goed in 1679 nog in het bezit was van Jonker Hendrik van POLLAERT,Capiteijn-luitenant in het leger van Frederik Hendrik, Heer van Aldeneijck, en dus ruim 200 jaar in het bezit is gebleven van de Pollaerts, is er toch weinig over bekend geworden. Aanvankelijk noemen de POLLAERTS van Exaten zich met betrekking tot dit leengoed: Heer van Exaten, Raggenbosch en Khoulen. Later bleef Raggenbosch,ook wel Faggenbosch of Ruggenbosch genoemd, en Khoulen achterwege. Ook de POLLAERTS van Aldeneijck hebben zich, of schoon zij het goed toch steeds bezeten hebben, nimmer Heer van Khoulen genoemd.

Zoals uit stukken afkomstig uit het Archief van Huize Scheeres blijkt, was het leengoed ter Coulen onder het Kerspel van Brunsroije gelegen in het land van Gulick en was leenroerich aan het Huis van Stein." Uit een scheiding en deling van 18 maart l679, te Wessem geregistreerd, blijkt dat:

"Vrouwe Johanna van HANDERAEDT, weduwe van wijlen Jonker Lambert van POLLAERT, ter eenre en Jonker Hendrijck van POLLART, Capiteijn-luitenant van den Heere Grave van Flodrop ten dienste van Sijne conincklijcke Hoochheit den Prince van Oranien, haren schwaeger ter andere sijde tot meerdere verklaring van de scheiding en deeling ten overstaan van den Heere Vader Jonker Johan van POLLARDT zal den 5en Januari 1676 opgericht en naerdere affspraeke gehouden, om aan den voorz. Hendrijck van POLLAERT op deszelfs verzoek te mogen uitreicken de somme van 500 patacons op de hof de Voort genoemd bezeten, den voorn. Jonker Hendrijck de quantiteit van gelijke somme zal doen realiseren op den laatstgemelden hof, wij ook tot meerdere versekerheit op die goederen ter Coelen in den lande van Gulick gelegen enz.enz."