Het adellijk Huis Werrenberg

Het huis Werrenberg of Warrenberg wordt door Verzijl in Sibbe 1941 als volgt beschreven:

Het huis Warenberg, gelegen in een zandige streek tussen Horn en Haelen, was een der drie riddermatige huizen van het land van Horn (de beide anderen waren het adellijk huis Aldenghoor onder Haelen en het kasteel Exaten onder Baexem. Het gaf aan zijn eigenaars van ouds toegang tot de adellijke staten van Horn. Men noemde het ook "Adellijk huis en ridderleen Warrenberg". Onder de privilegiën zijner eigenaren behoorde het recht van een eigen grafstede en zitplaats in de kerk van Haelen; verder hadden ze eigen jacht- vis- en tiendrecht. Bij de huizing hoorde een viertal pachthoven nl. de Neerhuijsing Holthurnerhof, Heijerhof en een niet met name genoemde hoeve. Eveneens beschikten zij over een tweetal visvijvers, de ene genaamd "de kleine Bedelaer" en de andere "Juffrouws­venne", de eerste gelegen in de Haelerheide en de tweede in de Hornerheide. Tevens had de adellijke huizing een eigen huiskapel met toebehoren, zoals kazuifels, alben en een kelk met pateen, wat blijkt uit de verkoopacte van het huis dd 18 oktober 1784.

De oudste bekende bezitter van Warrenberg is Jacobus van GHOOR, die vóór de slag bij Woeringen in 1288 door de Hertog van Brabant tot ridder werd geslagen. Daarna werd bezitter Godert van GHOOR, Roberecht van GHOOR, neef van Gerard van HORNE enz.

Op 18 september 1576 verwierf Willem van ERP, zoon van Godert van ERP genaamd Warrenberg, kapitein te Utrecht, het goed en stond het dezelfde dag af aan zijn zuster Elisabeth van ERP, weduwe van Rutger van POLLART. Deze Willem van ERP, die bij de graaf van Horne in ongenade gevallen was, werd bevelhebber van het kasteel te Utrecht na eerst tot het huis van de kardinaal de Granvelle behoord te hebben, van Hornes voornaamste vijand. Vervolgens waagde hij zich in de afgescheiden beweging en werd hofmeester van de Prins van ORANJE die hem door de regering de titel van ridder liet verlenen. Deze weinig bekende persoon heeft vermoedelijk een zeer belangrijke rol gespeeld. Willem de ZWIJGER had overal zijn geheime agenten. Van Erp had zijn gehele vermogen verspild, bijgestaan door zijn vrouw Bertrame van EIJLL, (afkomstig van de van EIJLLS van Baarlo. schr.) die na zijn dood huwde met Henri van BAERLE. Zo moest b.v. zijn vrouw haar ouderlijk erfdeel afstaan aan haar schuldeisers. Zij was mede veroordeeld door het gewestelijk Hof van Brabant in 1593 om aan haar naaister Elisabeth van Sombeke, een zijde­rekening van 1320 Rijnse guldens te betalen, een voor die tijd enorm bedrag. Bij de doop van haar kinderen traden Willem de ZWIJGER, van EGMOND en BREDERODE als peters op.

Johan van POLLART van WERRENBERCH, kreeg bij deling op 18 juni 1590 het huijs ende hof Werrenberch met sijn graven, jacht en visserij enz. Hij was gehuwd met Margaretha van DOERNE, dochter van Hendrik en van Maria van EIJCK van BLAERTHUM. Na zijn dood zien we op 16 februari 1609 Jonker Rogier van POLLART Werrenberg ter leen verheffen. Na diens dood ging het goed over op zijn broer Jonker Goswinus van POLLART van Thoor. Over deze Goswinus sohrijft Wolters in "Notice Historique de 1850":

"Weert fut encore pillée, en l'anné e 1633, par une troupe de soldats, sortis de Ruremunde et commander par le sieur POLLAERT de WAERBERG. Voici comment cet episode est rapporté par J.Commelen dans sa vie de FREDERIK-HENRI, prince d'oranje pag. 177"

en verder:

"De Prins van Oranje tot Nimwegen sijnde, heeft sijn volck met schepen de Maes afgesonden, doende die tussen Litoyen en de schans te Voorn te lande stellen, van daer met sijn gantschen macht na 's-Hertogenbosch trekkende tot Bocxtel en daeromtrent legerplaats nemende. Onder deze heeft jonkheere POLART van WAERBERG van Ruremunde een aanslagh op het stedeke Weert gedaen, dat hij overvalt en plundert, den buijt binnen Ruremunde bringende."

Deze POLLAERT van WAERBERG van Ruremunde werd in 1632 nog POLLART van THOOR genoemd. Hij was toen nog geen eigenaar van Werrenberg en bezat een huis te Stockbroek. Hij was kapitein in het leger van de graaf van den BERG, deel uitmakende van de krijgsmacht van Fréderik-Hendrik en heeft als zodanig tweemaal soldaten aangeworven in de stad Roermond. Na de dood van jonker Goswinus van POLLAERT van Werrenberg, met hem stierf tevens deze tak van de familie uit, ging het goed op 25 januari 1635 over op de families van BOCK zu PATTERN en van ELLERBORN, beiden zwagers van de laatste heer van Werrenberg.