Voor mij Agidius Walaardt Sacre, openbaar Notaris, residerende te Haarlem in de provincie van Holland, Noordelijk gedeelte en in tegenwoordigheid van Adam van Dort, zonder beroep in de Anegang, Gerrit Oostwald, kledermaker in de frankenstraat, Cornelis Paschier, schpoonmaker in de Groote Houtstraat en Jas de Vries, zonder bepaald beroep aan het Princenhof, alle te Haarlem voornoemd woonagtig, als getuigen ter dezen verzogt, is gecompareerd Matthijs Kuijpers, tapper, in de Tapperij genaamd de Morgenster in de gemeente Heemstede Canton van den zelfden naam in het Arondissement van de Regtbank van eerster aanleg zitting houdende te Haarlem voornoemd woonagtig, mij Notaris bekend en zijn verstand en kennen volkomen magtig, zoo als uitwendig bleek.
Dewelke aan mij Notaris, in tegenwoordigheid der voornoemde getuigen, zijn testament heeft opgegeven en gedicteerd als volgt:
Welk testament door den testateur aldus aan ons Notaris is gedicteerd en opgegeven, door mij Notaris hoedanig als het gedicteerd en opgegeven is, eigenhandig in geschrifte is gesteld en vervolgens voorgelezen aan den testateur, dewelke heeft verklaard zijne uiterste wille daarinne te zijn vervat en zoodanig te zijn als hetzelve door hem is gedicteerd en opgegeven en mitsdien daarbij te volharden, alles in tegenwoordigheid der vier getuigen hier voornoemd.
Gedaan en gepasseerd te Haarlem voornoemd ten kantore van mij Notaris, den negen en twintigste december achttien honderd zes en twintig, en heeft de testateur voornoemd benevens de gemelde getuigen en mij Notaris de minute dezes welke onder de bewaring en in het bezit van mij Notaris is gebleven, na gedane voorlezing dezer gehele Acte behoorlijk ondertekend. (was getekend: Mathijs Kuipers, Adam van Dort, Gt. Oostwald, C. Paschier, J. de Vries, A. Walaardt Sacre.