Kwartierstaat van Johanna Geertruida Pollaart

Generatie I

1. Johanna Geertruida Pollaart, ged. Grathem 9 april 1777, † Heemstede 13 april 1860,1 tr. Heemstede 25 okt. 18072 Matthijs Kuipers, geb. Nederweert 5 okt. 1781, tapper,3 † Heemstede 19 nov. 1851, zn. van Mathias en Maria Kuipers.
Uit dit huwelijk:
a. Maria Kuipers, ged. Heemstede Statie Berkenrode 2 aug. 1808, † Heemstede 24 sept. 1808.
b. Johannes Kuipers, geb. Heemstede 1 febr. 1810, werkman, tuinier, timmerman, † Rotterdam 26 sept. 1862, tr. 1e Haarlem 4 sept. 1833 Maria Vetter, geb. Haarlem 30 nov. 1809, † ald. 10 juli 1849, dr. van Joannes en Johanna Elisabeth Amen; tr. 2e Haarlem 19 sept. 1849 Joanne (Johanna) Maria Wolter, geb. Weert 5 maart 1812, werkster, dr. van Nicolas en Guidulmine Berkels.
c. Gertruda Kuipers, ged. Heemstede statie Boekenrode 2 okt. 1811, naaister, † Heemstede (Binnenweg) 28 dec. 1849,4 tr. Heemstede 21 nov. 1838 Godefridus Hendrikse, geb. Heemstede 1805, arbeider, zn. van Pieter en Geertruij Straatjen.
d. Maria Kuipers, geb. Heemstede 4 aug. 1814, † ald. 4 aug. 1814.
e. Maria Kuipers, geb. Heemstede 23 nov. 1815, naaister, † Bloemendaal 28 juli 1858,5 tr. Heemstede 26 febr. 1840 Roelof Bremer, geb. Doesburg 19 sept. 1810, beroepsmilitair, timmermansknecht, zn. van Hendrik en Elsken Korenblik.
f. Petronella Kuipers, geb. Heemstede 2 april 1818, † ald. 14 jan. 1834.
g. Matthijs Kuipers, geb. Heemstede 21 sept. 1820, schildersknecht, † Bennebroek 13 maart 1866,6 tr. Heemstede 6 april 1842 Anna Verheijden, geb. Heemstede 1818, bleekersdienstbode, † Heemstede 3 jan. 1900,7 dr. van Jan Verheijde en Allegonda Willemse.

Notitie bij de geboorte van Johanna Geertruida: Doopgetuige: Joannis Mertens et Gertrudis Pollaert
Notitie bij het overlijden van Johanna Geertruida: Aangifte op 13-04-1860 door Mattheus Kuipers, schilder, 39 jaar, wonende te Heemstede en zoon van de overledene.
Notitie bij de geboorte van Maria: Doopgetuige: Joannes Pollaars et Anna Maria Rutten
Notitie bij de geboorte van Johannes: Doopgetuige: Joannes Pollart et Maria Rutten.
In Vlissingen wordt zijn geboortejaar als 1814 gemeld.
Notitie bij het huwelijk van Maria en Johannes: Get.: Matthijs Kuipers, 51 jr., werkman, wonende te Heemstede, vader van de Bruidegom; Joannes Vetter, 68 jr., hoefsmid, wonend aan de Scheepsmakersdijk, vader van de bruid; Hendrikus Reijnders, 34 jr., huisbediende, wonend aan het Spaarne, go
Jan woonde bij zijn Huwelijk in Soeterwoude.
Het echtpaar woonde in 1835 op de Brouwersvaart nr. 137; in 1837 op de Zijlweg nr. 241, dit adres wordt ook wel Brouwersgracht genoemd; in 1845 op de Brouwersvaart 189. In 1858 woonde hij te Vlissingen waar hij timmerman was bij de Marine.
Notitie bij de geboorte van Gertruda: Doopgetuige: Matheus Kuipers et Gertruda Rutten
Notitie bij het huwelijk van Godefridus en Gertruda: Get.: Jacobus Hendrikse, oud 36 jaren, werkman, wonende alhier,
broer van de bruidegom; Jan Kuipers, oud 28 jaren, timmerman,
wonende te Haarlem, broeder van de bruid; Jan Leuven, oud
37 jaren, werkman, behuwd broeder van de bruidegom en Klaas
Rem oud 65 jaren, insgelijks werkamn, de beide laatste alhier
woonachtig.

Godefridus Hendrikse was ingedeeld bij het Korps Mobiele
Schutterij.
Notitie bij het huwelijk van Roelof en Maria: Getuigen zijn Hendrik Cornelis van der Colk, 33 jaar, tuinman te Berkenrode,
behuwd broeder van de bruidegom; Jan Kuijpers, 30 jaar, tuinier te Haarlem,
broeder van de bruid; Godefridus Hendriks, 37 jaar, werkman, behuwd broeder
van de laatstgenoemde en Govert Leuven, 26 jaar, tuinmansknecht, de beide
laatsten wonende alhier. .
Notitie bij het huwelijk van Anna en Matthijs: Overlegd het Procesverbaal waaruit blijkt dat tengevolge van de weigering van de ouders van de bruid de tussenkomst van de van den Kanton Regter is ingeroepen en dat de vader ten overstaan van den zelven Regter in dit huwelijk heeft toegestem
Get.: Jan Kuipers, oud 31 jaren, timmerman wonende te Haarlem, broer van den bruidegom; Roelof Bremer, oud dertig jaren, van de tuin(onleesbaar)en te Haarlem woonachtig, behuwd broer van de zelve, Govert Hendriks, oud acht en dertig jaren, wer

Generatie II

2. Joannis Pollaart, ged. Weert Lb 25 febr. 1746, † ald. 30 nov. 1826,8 tr. Weert Lb 21 okt. 17709
3. Maria Martens, ged. Nederweert 26 maart 1746.
Uit dit huwelijk:
a. Helene Pollaert, geb. Olse Lb, tr. 1e Weert Lb 22 juni 1810 Guillaume Kistemackers, geb. Weert 19 okt. 1773, † vóór 1827, zn. van Philip en Elisabeth van den Mortel; tr. 2e Franciscus Louten.
b. Leonard Pollaart, tr. Nederweert Johanna Maria Knapen.
c. Joanna Maria Pollaart, ged. Grathem 5 sept. 1771.
d. Anna Maria de Pollaert, geb. Grathem 1773, † Weert 1 mei 1839, tr. Graethem 29 april 1794 Jacobus van Geneijgen.
e. Gerardus Josephus Pollaart, ged. Grathem 7 juli 1773, tr. Weert 6 april 1809 Marie Dreesen, geb. Hunsel Lb, dr. van Matthieu en Christine Vleeshouwers.
f. Martinus Pollaart, ged. Grathem 10 juni 1775, † ald. 24 aug. 1775.
g. Johanna Geertruida, zie 1.
h. Philippus Jacobus Pollaart, ged. Grathem Lb 7 febr. 1783.

Notitie bij Joannis: Zij zijn in een andere plaats in het Bisdom Roermond getrouwd (doopboek).
In 1809 wordt hij bij het huwelijk van zijn zoon Gerard Joseph Jean Pollaert genoemd, zijn vrouw Marie Mertens.
Hun dochter Helene zou in Olse zijn geboren.
Het is mogelijk dat Jean Pollaert voor de 1e of 2e keer is getrouwd met Maria Rutten.
Leonard Pollaert is te Oolder (=Hunsel=Grathem) geboren uit Jean Pollaert en Maria Rutten.
Een Helena Pollaert geboren Grathem uit Jan Pollaert en Maria Rutten trouwt 1822 in Weert.

Bij de kleinkinderen van Jean Pollaert vinden we als doopgetuigen:
1808: Joannes Pollaars et Anna Maria Rutten
1810: Joannes Pollart et Maria Rutten
1811: Getruda Rutten

.
Notitie bij de geboorte van Joannis: Doopgetuige: Gertrudis Theunissen Gerardus Josephus Pollaert
Notitie bij de geboorte van Maria: Doopgetuige: Maria Adriaens et Mathias Vinckers
Notitie bij het huwelijk van Joannis en Maria: Get. Joanna Baptista Pollaert en Joannes Mertens. Ook Rutten genoemd .
Notitie bij het huwelijk van Guillaume en Helene: Hij was eerder getrouwd met Catherine Knapen.
Notitie bij de geboorte van Joanna Maria: Hier heet de moeder Martens.
De eerste getuige is nauwelijks leesbaar. Het zal ongetwijfeld Maria Theunissen zijn i.p.v.
Hennissen of Hennisaer.
Doopgetuige: Leonardus Martens et Maria Hennisaer
Notitie bij het huwelijk van Jacobus en Anna Maria: Kerkelijk huwelijk Grathem 29-04-1794
Bruidegom Jacobus van geneijgen
Bruid Anna Maria Pollaert
Getuige bij het huwelijk Gerardus Pollaert
Getuige bij het huwelijk Maria van geneijgen
3 kinden tot en met 1799
Notitie bij de geboorte van Gerardus Josephus: Doopgetuige: Philippo Jacobs Pollaert et Maria Corsten
Notitie bij de geboorte van Martinus: Doopgetuige: Martine Sack et Margaritha Knoops
Notitie bij de geboorte van Philippus Jacobus: Doopgetuige: Petronella Gerits en Gerardus Pollaert

Generatie III

4. Philippus Jacobus Pollaert, ged. Buggenum Lb 27 jan. 1702, † Swartbroek 25 nov. 1789, tr. Ell 174210
5. Maria Theunissen, ged. Weert 30 nov. 1717, † Swertbroek 7 maart 1780, begr. Weert 9 maart 1780.
Uit dit huwelijk:
a. Joanna Baptista Pollaert, ged. Weert Lb 14 okt. 1743, tr. Weert 5 dec. 1774 Martinus Sack, zn. van Laurentius en Anna Simons.
b. Joannis, zie 2.
c. Christianus Pollaert, ged. Weert Lb 25 dec. 1748, landbouwer, † 5 juni 1813.
d. Gerardus Pollaert, ged. Weert Lb 25 okt. 1751.
e. Joanna Maria Pollaert, ged. Weert Lb 9 april 1753.
f. Gerardus Pollaert, ged. Weert Lb 6 juli 1754, tr. 28-05-178710 Joanna Catharina van Tulden.
g. Jacobus Pollaert, ged. Weert Lb 29 jan. 1759.

Notitie bij Philippus Jacobus: Met zijn moeder sterft de oudere lijn van Henderik van de Randeraet uit, zodat in 1575, bij een vergevingskwestie van het St. Rumoldusaltaar te Roermond, hij zich noemen kan: den naasten verwant van kanunnik Willem van Randeraet.
Notitie bij de geboorte van Philippus Jacobus: Getuigen waren Anna Geerts, Godefridus Stroex, Cornelia van Heusen en Jacobus Jennissen. Hij is de stamvader van de Pollarts van Weert
Notitie bij het overlijden van Philippus Jacobus: brontekst: Op heden Vrijdagh 27 november des jaers 1789 is mij behandight een certificaet, geteeckent door den eerweerdighen pater Verluijten dat op Vrijdagh den 27 november 1789 het lichaam van Joncker Philippus Jacobus Pollaert, in zijn leven acreman, weduwnaar van Maria Theunissen, begraeven is op het kerckhof der eerweerdighe paters Minderbroeders recollecten, overleden op Swartbroeck in den ouderdom van 87 jaren, den 25en dezer om half twee uuren smiddaghs en hebbe ik onderpastor, getekent, J. Keulen vice pastor.
Notitie bij het overlijden van Maria: Brontekst: Maria Theunissen, vrouwe van den edele heere Philippus Jacobus Pollaert is den 7en meert 1780 ten 11 ure voormiddagh op Swertbroek overleden n den 9en op onzen kerckhoff begraeven. (aldus getuijge C.F. Princen, vice-pastor).
Notitie bij de geboorte van Joanna Baptista: Doopgetuige: Domina Joanna Maria Randenraet, Jacobus Cuppens
Notitie bij het huwelijk van Martinus en Joanna Baptista: Met dispensatie wegens gesloten tijd. Getuigen Antonius Sack en Gertrudis Pollaert.
Notitie bij de geboorte van Christianus: Doopgetuige: Hendrina Theunisse et Antonius Theunisse
Notitie bij de geboorte van Gerardus: Doopgetuige: Maria Cath.Verstappen et Joannes Ariaens
Notitie bij de geboorte van Joanna Maria: Doopgetuige: Catharina Smeets et Reinerus Caris
Notitie bij de geboorte van Gerardus: Doopgetuige: Domicella Catharina Francesca Rost d’Ivora van Ensenbroeck, Joannes Theunissen
Notitie bij het huwelijk van Joanna Catharina en Gerardus: Brontekst: Op heden Maandag 28 mei 1787 sijn naer drei voorgegaene kerckelijkcke geboden met scriftelijck ouderlijck consent door de Eerw. Heer Corn. Princen onderpastor getrouwt den Edelen Heer Gerardus Pollaert hier geboortigh en woonachtigh, soon van den Edelen Heer Philippus Jacobus Pollaert ende Maria Theunissen en de edelen Joanna Catharina van Tulden. De getuigen zijn geweest de Edelen JonghnmanChristianus Pollaert, scrijvens onkundigh ende Edele dochter Elisabeth van Tulden en hebben de voorss. contractanten en getuygen deese beneffens ons pastoor geteekent.
Notitie bij de geboorte van Jacobus: Doopgetuige: Helena de Boom, Gerardus Pollaert
Volgens HHP gedoopt op 29 maart 1755

6. Winandus Mertens, ged. Nederweert 25 juli 1706, tr. Weert 14 sept. 1732
7. Petronella Pelsers, ged. Weert Lb 6 juni 1702.
Uit dit huwelijk:
a. Johannes Mertens, ged. Nederweert Lb 4 okt. 1732.
b. Catharina Mertens, ged. Nederweert Lb 30 dec. 1733.
c. Joannes Mertens, ged. Nederweert 24 dec. 1735.
d. Elisabetha Mertens, ged. Nederweert 12 april 1738.
e. Martinus Mertens, ged. Nederweert 10 sept. 1740.
f. Mathia Mertens, ged. Nederweert 10 febr. 1743.
g. Maria, zie 3.
h. Petronilla Mertens, ged. Nederweert 19 juni 1749.

Notitie bij de geboorte van Winandus: Doopgetuige: Maria Wijners et Joannes Gijsen
Notitie bij de geboorte van Petronella: Doopgetuige: Anna van Elven, Henricus Severs
Notitie bij het huwelijk van Winandus en Petronella: Getuigen waren Maria Pelsers en Joannes Klaes.
Notitie bij de geboorte van Johannes: Getuigen waren Lucia Verborgh, Godefridus Mertens, Johanna Maria Pelsers en Johannes Claes.
Notitie bij de geboorte van Catharina: Doopgetuige: Maria Winers en Gerardus Peters
Notitie bij de geboorte van Joannes: Doopgetuige: Helena Klaes et Joannes Pelsers
Notitie bij de geboorte van Elisabetha: Doopgetuige: Maria Vaes et Joannes Pelsers
Notitie bij de geboorte van Martinus: Doopgetuige: Maria Vaes et Martinus Gielis
Notitie bij de geboorte van Mathia: Doopgetuige: Maria Steuten et Jasparus Pelsers
Notitie bij de geboorte van Petronilla: Zij kan ook op 19-06-1749 geboren zijn, register Lambertus 1747-1778 Nederweert.
Doopgetuige: Gerytrudis Pelsers et Wilhelmus Creylmans

Generatie IV

8. Gerardus Antonius Pollaert, geb. 1660, † Buggenum Lb 24 sept. 1726, tr. Thorn 30 nov. (kerkelijk Thorn Lb 31 okt.)11 169512
9. Joanna Maria de Randeraedt, geb. omstr. 1675.
Uit dit huwelijk:
a. Gabrielus Pollart, ged. Thorn 31 dec. 1696.13
b. Joanna Baptista Pollaert, ged. Buggenum Lb 12 dec. 1698, † ald. 25 juni 1729.14
c. Isabella Catharina Pollaert, ged. Buggenum Lb 24 nov. 1700, † vóór 6 maart 1704.
d. Philippus Jacobus, zie 4.
e. Isabella Maria Catharina Pollaert, ged. Buggenum Lb 6 maart 1704, † ald. 28 april 1748, tr. 13 febr. 1737 Mathias aan den Boom.
f. Gerardus Josephus Pollaert, ged. Buggenum Lb 22 aug. 1706, † 17 sept. 1756, tr. Catharina Geraerdts.
g. Henricus Pollaert, ged. Buggenum Lb 1 dec. 1708, † Lubbegum LB vóór 26 dec. 1710.
h. Henricus Pollaert, ged. Buggenum Lb 26 dec. 1710.
i. Maria Margaretha Agnes Pollaert, ged. Buggenum Lb 5 april 1714, † 1746.
j. Anna Margaretha Pollaert, ged. Buggenum Lb 3 febr. 1717, † 3 mei 1746.
k. Gerardus Pollaert, ged. Buggenum Lb 23 sept. 1719, † 27 sept. 1726.10

Notitie bij Gerardus Antonius: [Trouwen Someren 11 juli 1669:
Johannes Gerardus met Maria Johannes.
Getuige 1: Catharina van Pollart
Getuige 2: Barbara Verschueren
Bron: BA Bisdom Den Bosch Dtb Someren Nr. 47 folio 71v.]
Notitie bij het overlijden van Gerardus Antonius: Bij het overlijden gaat het goed Exaten niet over op zijn zoon Gerard Antoon maar op diens oom Hendrik, dus naar de broer van Gerard Bertram. Hieruit kan worden geconcludeerd dat Gerard Antonius een bastaardzoon is en Margaretha Agnes van Lomm dan niet zijn moeder is. HHP schrijft hierover: Van hem (Gerard Bertram) ofwel van Andre Florent, de zoon van zijn broer Hendrik stamt een onwettige zoon, genaamd Gerard Antoon, die zich Ridder van Pollaert noemt. Vast staat dat zijn moeder E.E. van Baexem is. Van Gerard Antoon stammen de Weerter en Buggenumse takken van de familie Pollart.
Notitie bij Joanna Maria: De gegevens zijn afkomstig van http://www.brouwertree.com/randgene6.html. Zij omvatten deze persoon en de voorfamilie, die afkomstig zijn van hoge Duitse adel.
Notitie bij de geboorte van Joanna Maria: mogelijk in Thorn geboren.
Notitie bij het huwelijk van Gerardus Antonius en Joanna Maria: Brontekst: Contraxerunt matrimonium Gerrardus Pollart et Joanna Maria de Randeraet. Testes fuerunt Joes Theodorus van Thulden et Franciscus Lappay.
Notitie bij de geboorte van Gabrielus: Brontekst: Baptizatus est puber Gabrielis filium Nobolis Gerardi Pollart et Johanna Margarethae de Randeraedt coniugum. Susceptores Ludovicus Petijt et Isabella Catharina Baxem in cuius nomini suscepit Anna Maria de Baxem.
Notitie bij de geboorte van Joanna Baptista: Doopgetuige: Elisabeth Toskaine et Lambertus Vogels.
Brouwer geeft als datum 12 december. HHP 10-12-1698
Notitie bij de geboorte van Isabella Catharina: Getuigen waren Elisabeth Beckers, Cornelis van Heusden en Wilhelmus Albertus Hyacinthus d’Yvora. HHP geeft 21-11-1700 als doopdatum.
Notitie bij de geboorte van Isabella Maria Catharina: Getuigen waren Matthias op de Boel, Isabella Maria van Baexem en Guilelmus Albertus d"Yvora. HHP geeft 1707 als geboortejaar.
Notitie bij de geboorte van Gerardus Josephus: Doopgetuigen waren Anna Geurt, Godefridus Stoex, Ferdinand d"Yvora en Ludovicus Petit.
Notitie bij het huwelijk van Catharina en Gerardus Josephus: Baron van Pollaert
Notitie bij de geboorte van Henricus: Doopgetuigen waren Anna Geurts, Godefridus Beusskens, Anna Maria Rosa Ensebroeck en Guilielmus Bongaerts. Volgens HHP: Guillaume Bongartz en Maria Agnes Roist d’Ivora van Ensenbroeck.
Notitie bij de geboorte van Henricus: Doopgetuigen waren Anna Jannsens, Christianus Beeren, Mechtildis Pollaerts en Joannes Alexander Balthazar van der Rijdt.
Notitie bij de geboorte van Maria Margaretha Agnes: Doopgetuige: Ummelina van Baexum, Godefridus Beurskens
Notitie bij de geboorte van Anna Margaretha: Joannes Schrijvers, Catharina Elisabetha Ensenbroek en Grispen.
Volgens HHP 03-04-1717, misschien verschrijving (zie zus met zelfde dag.)
Doopgetuigen volgens HHP: Baron Grysperre en Catharina Elisabeth Roist d’Ivora van Ensenbroeck.
Notitie bij het overlijden van Anna Margaretha: Volgens HHP overleden op 03-05-1746.
Notitie bij het publiceren van Anna Margaretha: verschil in doopgetuigen en 2 maanden in overlijdensdatum!
Notitie bij de geboorte van Gerardus: Doopgetuige: Anna Vogels en Dionisius Verheggen

10. Joannes Theunissen, tr.
11. Helena Verstappen.

12. Godefridus Mertens, kreeg rel.
13. Petronella Winers.

14. Joannes Pelsers, begr. Weert Lb 26 febr. 1716, tr. Weert 30 nov. 1691
15. Matthia Severs.
Uit dit huwelijk:
a. Petrus Pelsers, ged. Weert Lb 16 okt. 1695.
b. Petronella, zie 7.
c. Caspar Pelsers, ged. Weert 24 dec. 1705.
d. Joanna Pelsers, ged. Weert Lb 21 april 1709.

Notitie bij het huwelijk van Joannes en Matthia: Getuigen waren Margaretha Severs en Henricus Severs.

Generatie V

16. Gerard van Pollart, tr.
17. Elisabeth Emilia van Baexem.

Notitie bij Gerard: Hij leefde in 1693 nog op Exaten. Bij het overlijden van zijn vader ging het goed Exaten niet op hem over maar op zijn oom Hendrik, de broer van zijn vader. Van hem ofwel van Andre Forent stamt een onwettige zoon, Gerard Antoon, die zich Ridder van Pollaert noemt. Vast staat dat zijn moeder Elisabeth Emilia van Baexem is.

18. Philip Jacob van Randenraedt, geb. Roermond LB omstr. 1645, † vóór 1697, tr. omstr. 1665
19. Maria Agnes de Roist d’Ivora d’Ensenbroek de Grathem, ged. Roermond 5 sept. 1647,15 † Thorn Lb.

Notitie bij Maria Agnes: Er is onduidelijkheid over haar juiste naam. Uit het huwelijk van haar vader en moeder is een Maria Anna op 05-09-1647 te Roermiond gedoopt.
Op 24-04-1658 wordt Margarita Agnes gedoopt te Roermond.
Notitie bij de geboorte van Maria Agnes: Doopgetuigen: Christophorus van der Vorden, door Joannes van Waest, en Catharina van Asselt, door Josine Prent.

Generatie VI

32. Gerard Bertram van Pollart, † 6 juni 1677, tr.
33. Margaretha Agnes van Lomm.
Uit dit huwelijk:
a. Gerard, zie 16.
b. Mathilde van Pollart.

Notitie bij Gerard Bertram: Heer van Exaten. Hij maakte zijn testament op 25 Mei 1681 voor de pastoor van Baexem.
Notitie bij het overlijden van Gerard Bertram: Bij het overlijden gaat het goed Exaten niet over op zijn zoon Gerard Antoon maar op diens oom Hendrik, dus naar de broer van Gerard Bertram. Hieruit kan worden geconcludeerd dat Gerard Antonius een bastaardzoon is en Margaretha Agnes van Lomm dan niet zijn moeder is. HHP schrijft hierover: Van hem (Gerard Bertram) ofwel van Andre Florent, de zoon van zijn broer Hendrik stamt een onwettige zoon, genaamd Gerard Antoon, die zich Ridder van Pollaert noemt. Vast staat dat zijn moeder E.E. van Baexem is. Van Gerard Antoon stammen de Weerter en Buggenumse takken van de familie Pollart.
Notitie bij Margaretha Agnes: zij is een zuster van Reinier Walraven, heer van Westeringhe.

36. Willem Hendrik van Randenraedt, geb. Brussel BE 29 okt. 1608, † Roermond LB mei 1662, tr. omstr. 1640
37. Margaretha van Waes van Kessenich, geb. omstr. 1620, † Roermond LB mei 1662.
Uit dit huwelijk:
a. Ignatius Carolus Albericus van Randenraedt, ged. Roermond LB 1 aug. 1641, † Munchen-Gladbach 14 dec. 1709.
b. Maria Catharina van Randenraedt, ged. Roermond LB 12 aug. 1641, † na 1702.
c. Everardus Ignatius van Randenraedt, ged. Roermond LB 14 sept. 1642, † vóór 1662.
d. Cornelius Georgius van Randenraedt, ged. Roermond LB 18 sept. 1643, † Munchen-Gladbach. 7 jan. 1687.
e. Wilhelmus Eugenius van Randenraedt, ged. Roermond LB 14 nov. 1644, † Munchen-Gladbach 22 dec. 1681.
f. Philip Jacob, zie 18.

Notitie bij Willem Hendrik: In 1642 vermeld als schout van Roermond, brontekst voor doopgetuige: Op 11 october 1642 in Thorn RK van Georogius Henricus, zoon van nobilis D. Cornelius de Randeraht en Domuicella Aleijdis de Kerckoven (Patrines Fredericus de Randeraht, satrapa patrim. Salvenbergensis in loco de Henricusde Randerad, Scholletis Ruremondensis.
Notitie bij Margaretha: Margaretha werd bij de geboorte van haar 6e kind krankzinnig verklaard (Publ. Limburg 1888).
Notitie bij de geboorte van Cornelius Georgius: Doopgetuige was Cornelis (Laurens) van Randenraedt

38. Don Gabriel d’Yvora, spaans militair, tr. vóór 1644
39. Elisabeth van Dursdael.
Uit dit huwelijk:
a. Maria Gabriel d’Yvora, ged. Roermond 23 juni 1644, † Graethem 4 dec. 1677, tr. 1666 Joannes Theodorus Roest van Ensenbroeck.
b. Anna Catharina d’Yvora, ged. Roermond 25 jan. 1646.
c. Maria Agnes, zie 19.
d. Gabriel Antonius d’Yvora, ged. Roermond 3 aug. 1650.
e. Raijnerus d’Yvora, ged. Roermond 28 aug. 1651.
f. Reijnaldus d’Yvora, ged. Roermond 20 dec. 1653.
g. Franciscus Raijmundus de Juora, ged. Roermond 6 aug. 1655.
h. Margarita Agnes d’Yvora, ged. Roermond 24 april 1658.
i. Maria Eugenia d’Yvora, ged. Roermond 20 aug. 1659.
j. Catharina Elisabetha de Juora, ged. Roermond 4 april 1661.
k. Anna Barbara de IJvora, ged. Roermond 6 sept. 1662.
l. N.N. d’Yvora, ged. Roermond 8 aug. 1664.

Notitie bij Don Gabriel: Hij werd in 1632 door infante Elisabeth Clara Eugenia benoemd tot hopman van een vendel Duitsers in dienst van de koning van Spanje. In 1641 werd hij door infant Ferdinant, gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, benoemd tot ritmeester van een vendel kurassiers.

Aan Gabriel d’Yvorra herinnerde nog lange tijd de legende van "De vloek van Ensenbroeck":
"De wrede en hardvochtige Spaanse ridder van kasteel Ensenbroeck smeet geld van zichzelf en zijn vrouw over de balk, gaf niets om God en gebod en deinsde er niet voor terug zijn jagerskunsten uit te oefenen op passerende werklieden als er even geen wilde dieren waren. Tevens behandelde hij zijn vrome vrouw bruut, die eenzaam wegkwijnde in haar vertrekken terwijl haar man beneden feestte met licht vrouwvolk. Op een dag trok er door Oilder een oude, arme speelman, die probeerde wat te verdienen bij een feest van de Spaanse ridder. De ridder negeerde hem maar zijn vrouw wierp hem een zilverstuk toe. Uit woede sloot de ridder de speelman op in de kerker, waar hij een poos later stierf van kou en uitputting, de ridder en zijn slot vervloekend. Korte tijd later stierf ook de vrouw van de jonker. De man was door zijn geld heen en het slot was een ruine geworden. Hij moest de kerker betrekken. Maar hij kon nog steeds feesten met zijn oude makkers en toen hij na een heftig feest terugkeerde, was hij zo dronken dat hij vervloekingen en godslasteringen uitsloeg. De duivel kwam en wurgde hem, de honden verscheurden zijn lijk. De resten van het slot donderden in elkaar. Zo was de vervloeking van de oude speelman uitgekomen."
Notitie bij het huwelijk van Don Gabriel en Elisabeth: Door dit huwelijk werd de ritmeester o.a. eigenaar van hoeve "De Zang"te Reuver, naar hem ook wel Yvoragoed genoemd en eerder eigendom van Johan van Dursdael en Elisabeth van Cruchten was.
Notitie bij de geboorte van Maria Gabriel: Doopgetuigen: Franciscus van Hafften en Maria van Deursdall genaamd Steijnen.
Na haar huwelijk werd zij ook Ferdinanda genoemd.
Notitie bij Anna Catharina: Doopgetuigen: Christophorus van der Vorden, door Joannes van Waest, en Catharina van Asselt, door Josine Prent.
Notitie bij Gabriel Antonius: Doopgetuigen: Antonius d’Arz, gouverneur van Weert, en Elisabeth vabn der Vordt.
Mogelijk op 15-07-1701 te Thorn vermeld als Albertus Antonius Yvora
Notitie bij Raijnerus: Doopgetuigen: Joannes Hillen en Anna Elisabeth Beer van Laer.
Notitie bij de geboorte van Reijnaldus: Doopgetuigen: Reinerus Hillen, door diens broer Joannes Hillen, en Sophia Margarita van Stein.
Notitie bij Franciscus Raijmundus: Trouwt <1676 met Catharina Nies, waarvan een kind te Grathem.
Notitie bij de geboorte van Franciscus Raijmundus: Doopgetuigen: Franciscus Everardi Rovelli, kolonel, en Ida de Hoen, door Elisabetha Voert.
Notitie bij de geboorte van Margarita Agnes: Doopgetuigen: Henricus Leo de Haften en Agnes de Voort, door Elisabeth de Voort.
Notitie bij de geboorte van Maria Eugenia: Doopgetuigen: Eugenius Albertus, bisschop van Roermond, en Maria Theresia de Gante.
Notitie bij de geboorte van Catharina Elisabetha: Doopgetuigen: Joannes Theodorus van Steijnen en Maria Catharina Eijster-Heijsters
Notitie bij de geboorte van Anna Barbara: Doopgetuigen: Wilhelmus de Hulhoven, door Joannes van Steijnen, en Anna de Boeckholt, weduwe Van der Doije
Notitie bij de geboorte van N.N.: Doopgetuigen: Henricus Leo de Haften en Yosina van Prent

Generatie VII

64. Hendrik van Pollart, tr. Baarlo 20 juni 163610
65. Sophia Maria van Laer van Hoenlo.
Uit dit huwelijk:
a. Gerard Bertram, zie 32.
b. Hendrik van Pollart, tr. Anna Apostelina van Eyck.
c. Angela van Pollart.
d. Mathilde Sophia van Pollart.
e. Lambert van Pollart.
f. Anna Elisabeth van Pollart.

Notitie bij Hendrik: Hendrik erfde Exaten en werd dus Heer van Exaten.
Notitie bij het overlijden van Hendrik: Heer van Exaten
Notitie bij Sophia Maria: Een zuster van Elisabeth die met Hendriks broer Jean trouwde.
Notitie bij Hendrik: Hendrik noemt zich vanaf 1 Juli 1681 Heer van Exaten. Hij was voogd van de kinderen Hollogne-Laer. Wat verder over hem geschreven is in de Publications is onjuist. Zie verder on Hendrik van Pollaert van Aldeneijck.

72. Cornelis van Randenraedt, geb. omstr. 1575, † Vlasraedts 27 aug. 1643, tr. Brussel 26 nov. 1607
73. Livinia van der Meijren, geb. omstr. 1580, † na 1644.
Uit dit huwelijk:
a. Willem Hendrik, zie 36.
b. Joanna Baptista van Randenraedt, geb. Brussel 18 okt. 1610, † Roermond LB 26 juli 1684, begr. Roermond LB in de kerk van de Paters Jesuiten 16 okt. 1688.

Notitie bij Cornelis: bestuursambtenaar, vice-kanselier van het vorstendom Gelre.
Loopbaan: Licentiaat in de Rechten (drs.) van 1607-1614 in Brussel; Raadsheer aan het hof van Gelre te Roermond in 1614; Gaat in 1632 naar Brussel tot 1638; Taedt ordinaris in Ghelrelandt, 1e Raad en Vice Kanselier van het vorstendom Gelre.

Op 12 augustus 1641 is hij doopgetuige, mogelijk in Roermond, van zijn kleindochter Maria Catherina van Randenraeddt, dochter van Willem Hendrik van Randenraedt en Margaret van Waes van Kessenich.
Notitie bij Joanna Baptista: LEVENSBESCHRIJVING:
Joanna leidde een zeer godvruchtig leven met voetepleging en vasten, bevorderde de verering van OLV in ’t Zand, ijverde voor de ommegang met het beeld van Onze Lieve Vrouw tijdens het beleg van de stad Wenen door de Turken, en, zoals één van haar levensbeschrijvers zegt: "Gheduerende het ghevaerlijck beleg van de stadt Weenen, die van de Turcken in 1683 omsingelt was, vocht Johanna voor het Christendom met de wapenen van het ghebedt, bij daghen en nachten de Hemel bestormende" en verder: "Sij verstondt in haer ghebed dat de Turcken de nederlaege hadden tegen ht legher der Christenen.....".
Zij stierf een heilige dood op 26 juli 1684, werd op 16 october 1688 begraven in de kerk der paters Jezuiten te Roermond. Op 4 September 1777 werd zij herbegraven in de kathedraal te Roermond.
(uit: "Kort Begryp des levens ende der deghden van de weerdighe Joanna van Randenraedt geestelijcke dochter onder de Bestieringhe der Societeyt Iesu"(Antwerpen 1690). Uitgave Marit Monteiro, "Geestelijke maagden", 1996)

ENCYCLOPEDIE VAN HOLLANDSE HEILIGEN [LETTERLIJKE TEKST]:
St Joanna van Randenraedt.
De Jezuietenklop Joanna van Randenraedt hjad in 1637 van het Roermondse mirakelbeeld van Onze Lieve Vrouw in ’t Zand gedaan gekregen dat ze Frederik Hendrik zijn belegering van de stad liet opheffen Toen in 1683 de Turkse troepen Wenen belegden, was Joanna van Randenraedt klaar voor het grotere werk: geknield voor het beeld kreeg de klop een visioen: OLV in ’t Zand moest in grootse processie naar de Roermondse kathedraal worden gebracht op Maria Geboorte (8 September). Aldus geschiedde. Op 12 September vertelt het beeld de mystica dat de Turken zijn verslagen. Enkele dagen later brengen de keizerlijke troepen het nieuws. De overwinning zou precies op het tijdstip van Joanna’s visioen hebbn plaatsgevonden.
Notitie bij de geboorte van Joanna Baptista: Getuigen Jan Baptist Kerremans, Schout van Mechelen en Wilhelma van der Meijren.
Zij was verschillende malen doopgetuigen: Op 14 September 1642 van Everardus Ignatius van Randenraedt, zoon van haar broer Willemd Hendrik van Randenraedt en Margaretha van Waes van Kessenich en op 18 September 1643 van Cornelius Gerogius (Bruno) van Randenraedt zoon van dezelfde ouders.

76. Juan de Yvorra, tr.
77. Francesca de San Clemente.

78. Johannes van Dursdael, ged. Roermond 25 sept. 1602, † ald. vóór 1 nov. 1627, tr. 9 febr. 162516
79. Gabriella Roest van Ensenbroeck, † Boslar 8 febr. 1686.

Notitie bij Johannes: Werd in 1616 met het kastell Neerhof onder Heel beleend.

Generatie VIII

128. Andre van Pollart, † Baexem 16 mei 1619, tr. 20 jan. 1612
129. Barbara van Eijck, begr. Baexem, tr. 2e Johan Neeuwen van Keverbergh.
Uit dit huwelijk:
a. Hendrik, zie 64.
b. Jean van Pollart, † Aldeneijck 4 dec. 1678, tr. 1e 17 maart 1655 Jvk. Elisabeth van Laer van Hoenlo (zie 131,b); tr. 2e Jkv Johanna Anna Ingen Haeff, wed. van Seger van Broekhuijzen; tr. 3e vóór 1654 Jkv. Catharina Clair van Spee.
c. Elisabeth van Pollart, † vóór 1665.

Notitie bij het overlijden van Andre: Op de grafsteen van Andre van Pollaert staat als sterfdatum 1610 vermeld. Gezien zijn huwelijksdatum kan dit natuurlijk niet en het zal wel 1619 moeten zijn. Men leest op hun grafsteen:
"Hier light begraven den Weledele Jonckheer Andreas van Pollaert. Starff den 16e mai 1610 ende Joffr. Barbara van Eijckse sijn vrouw. R.I.P."Links zijn vermeld "Pollaert Lomm Weijell Baerle", rechts "Eijck, v.Keverbergh Prouninck Belven".
Notitie bij het overlijden van Barbara: Jonkvrouw
Notitie bij het huwelijk van Andre en Barbara: Op 22 oktober 1620 is een accoord bereikt tussen Joh. van Keverbergh genoemd Meeuwen en zijn vrouw Barbara van Eyck, wduwe van Andre Pollaert, ter ene zijde, met de voogden van de onmondige kinderen van Andre van Pollaert en Barbara voornoemd en Otto van Galen en Ea van Pollaert, zijn vrouw, ter andere zijde.
Notitie bij Jean: Jonker Jean van Pollaert, Heer van Aldeneijck, erfde dit goed van zijn oom Lambert.
Notitie bij het overlijden van Jean: Zijn grafsteen draagt de kwartieren (links) Pollaert, Eijck, Lomm, Prouninck en (rechts) Laer, Eijll, Haersolte en Hilant.
Bij de deling van de goederen van hun ouders in 1677 worden Jeanne en Engelberta als dochters genoemd. Andreas en Joannes echter niet, wel de zoon Andreas van de reeds overleden Lambert. Andreas en Joannes waren dus vermoedelijk reeds overleden waaruit valt af te leiden dat beiden kinderloos gestorven zijn.
Notitie bij het huwelijk van Jkv Johanna Anna en Jean: Blijkens een testament uit het archief van huize Scheres, is deze Jean, en niet zijn broer Dirk, Heer van Exaten, voor de tweede maal getrouwd met jonkvrouwe Johanna Anna Ingen Haeff.
In haar testament d.d. 16 mei 1650 noemt zij zich: "joffr. Anna Ingen Haeff, ehegemaele van Joncker Johan Pollaert van Aldeneijck (stuk no. 28).
Notitie bij het huwelijk van Jkv. Catharina en Jean: Een akte van 11 juli 1659 oemt Jonker Johan van Pollaert van Aldeneyck en Catharina van Spee "eheluijden". In een boekhouding van omstreeks 1653 noemt Catharina van Spee zich de vrouw van Jonker Joan van Pollart van Aldeneycj.

130. Hendrik van Laer van Hoenlo, had biol. kinderen
131. Jkv. Anne Bertrame van Eijll.
Hun kinderen:
a. Sophia Maria, zie 65.
b. Jvk. Elisabeth van Laer van Hoenlo, tr. 1e Joncker Carolus Herff zu Lorsbeck; tr. 2e 17 maart 1655 Jean van Pollart (zie 129,b).

Notitie bij Hendrik: Heer van Baerle
Notitie bij het huwelijk van Joncker Carolus en Jvk. Elisabeth: In een notariele akte van 29 april 1656 (archief huize Scheres) wordt gezegd:
"Notariele akte waarbij Joncker van Pollardt residerende tot Aldeneijck bij Maeseyck, achtergelaten weduwnaar van wijlen vrouwe Elisabeth van Laer zaliger, renuncieert enz.enz.."
In een akte uit hetzelfde archief van 13 november 1654, handelende over de Pollaertshof te Vucht, wordt "joffr. Elisabeth van Laer" genoemd "sijne gewezene Ehegemalinne zaliger."

144. Hendrik van Randenraedt, geb. Schinveld vóór 1550, † na 1628, tr. 2e Catharina Schaitz van Gruijssdonck, geb. omstr. 1570; tr. 1e
145. N.N..
Uit dit huwelijk:
a. Willem Hendrikszn van Randenraedt, geb. omstr. 1570, † Roermond LB 8 dec. 1636.
b. Cornelis, zie 72.
c. Elisabeth van Randenraedt, geb. omstr. 1580.

Notitie bij Hendrik: Schout van Geijsteren (bij Venraij). In 1589 verkreeg hij Sarghienleen te Genhof onder Hulsberg.
STRAATNAAM VERNOEMING: In Oostrum, even ten Oosten van Venraij is de straat Randenrade vernoemd naar Randenraedt, de eerste schout van de Heerlijkheid Oostrum-Spraelandt. Oostrum had vroeger een eigen Shepenbank.
UIT: een Kerkraads register, Geijsteren 1579-1582: Uit een schuur van Hendrik Randenraedt stal Dionysius van Nulland een hoeveelheid kolen en kreeg giervoor de voor die tijd hoge boete van 26 Brabantse gulden (zie:Krewinkel).
Notitie bij Willem Hendrikszn: Hij was priester, kanunnik
LOOPBAAN: Studeerde te Douai Fr; Kanunnik 31 Mrt 1604; Officiaal van het bisdom Roermond 1609; Testament 16 Oct. 1636 Beneficie van OLV ter Nood in Schinnen.
Op 15 April 1631 was hij doopgetuige te Roermond van Jeronijmus Franciscus van Randenraedt, zoon van zijn halfbroer Cornelis (Laurens) van Randenraedt en Aleijdis van Kerckhove.

156. Johan van Dursdael, tr.
157. Elisabeth van Cruchten.

158. Johan Diederick Roest van Ensenbroeck, † vóór 1651, tr.
159. Margaretha van Ahr.

Notitie bij Johan Diederick: Hij werd 8-3-1593 met het hiuis en de hof Ertzelbach bij Linnich met de daartoe gehorende bongerd, bossen en landerijen beleend, zoals deze wijlen Goddert van Ertzelbach zaliger ter leen heeft ontvangen en in gebruik heeft gehad.
"Domicellus Diederick Roest dictus Ensenbroeck" is 22-12-1626 te Roermond peter van zijn kleindochter Elisabeth van Dursdal.
Op 13-1-1628 bekennen Jhr. Gedeon van der Hoeven en zijn echtgenote Margaretha van nGreyn, als gevolmachtigden van hun zoon ( stiefzoon) Willem van Erp genaamd Warenberch en diens zuster Catharina, schuldig te zijn aan Jhr. Diederick Roost, genaamd Ensebroick, een hoofdsom van 1500 gulden roermondse munt, rentende 5% en gevestigd op de hof genaamd "alde beissen" te Halen.

Zijn vrouw Margaretha van Ahr was erfgename van de Ahrenhof te Euskirchen. Zij was als wonderdokteres bekend en probeerde de geesteszieke hertog Johan nWilhelm van Cleef-Gulick door dranken te genezen.

Generatie IX

256. Diderik van Pollart, † vóór 1615, tr. 1572
257. Jeanne van Lomm zu Westeringh.
Uit dit huwelijk:
a. Andre, zie 128.
b. Eva van Pollart, tr. 1598 Jonker Othon van Galen zu Gentrist.
c. Lambert van Pollart, † 1623.

Notitie bij Diderik: Jonker, Heer van Exaten
Notitie bij Jeanne: Op 23 Juli 1615 maakte zij als weduwe haar testament voor de schepenen van Vemlo.
Notitie bij het huwelijk van Diderik en Jeanne: Door dit huwelijk is het allieantie-wapen "Van Pollart - van Lomm 1593" ontstaan hetwelk zich thans nog bevindt boven de poort van het kasteel van Exaten.
Notitie bij Lambert: Lambert, heer van Aldeneyck, dat hij had geerf van zijn oom Lambert. Zijn neef Jean, tweede zoon van zijn broer Andre erfde Aldeneyck.

258. Godevaert van Eijck, tr.
259. Elisabeth Prouninck genoemd Deventer.

Notitie bij Godevaert: Heer tot Zeelst

288. Daem van Randenraedt, geb. omstr. 1510, † 25 april 1585, tr. omstr. 1537
289. Geete de Haen, geb. omstr. 1510.
Uit dit huwelijk:
a. Hendrik, zie 144.
b. Cornelis van Randenraedt, geb. omstr. 1550, † na 1617, tr. Catharina Schommartz.

Notitie bij Cornelis: Schout van Schinnen

314. Godfried van Cruchten, tr.
315. Maria Behr van Laer.

316. Godard Roest van Ensenbroeck, tr.
317. Maria van Ertzelbach.

Notitie bij het huwelijk van Godard en Maria: Deze echtgenoten worden in het gedachtenisboek van het Minderbroederklooster te Weert op 24 juli herdacht, eveneens hun zoon Joannes en diens echtgenote Margaretha van Ahr.

318. Bertram van Ahr tot Buir, tr.
319. Gabriella Bondtwolff van Huppelrath.

Generatie X

512. Andre van Pollart, † vóór 1567, tr. 1551
513. Anna van de Weyell, † vóór 1567.
Uit dit huwelijk:
a. Lambert van Pollart, † 3 mei 1605, tr. Aldeneyck (B) 1566 Jvr. Adriana Haertzen.
b. Elisabeth van Pollart.
c. Margaretha van Pollart, tr. 13 febr. 1562 Jean Lomm zu Westeringh (zie 515,b).
d. Diderik, zie 256.
e. Anna van Pollart.
f. Jeanne van Pollart.
g. Lismonde van Pollart, † 24 okt. 1584.
h. Willem van Pollart.

Notitie bij Andre: Jonker, Heer van Exaten
Notitie bij het overlijden van Andre: De kinderen deelden in 1566.
Notitie bij Lambert: In een akte van 1565 (archief huize Scheres) wordt Lambert kanunnik te Aken genoemd (zie ook erfdeling bij zijn zuster Margaretha).
In 1571 kocht hij "van den Deecken en Cantor der Colegiale Kerk te Aldeneyck, binnen de stad Maaseick gelegen", het adellijk huis Aldeneyck met al zijn toebehoren. Hij was in het geslacht Pollart dus de eerste "Heer van Aldeneycj".
Notitie bij het overlijden van Lambert: Geen wettige kinderen. Zijn neef Lambert, zoon van zijn broer Diderich of Dirk, erfde Aldeneyck.
Notitie bij Elisabeth: Zij was kloosterlinge te Keysersbach.
Notitie bij het huwelijk van Jean en Margaretha: Een erfdeling tussen Johan, Catharina, Anna en Johanna, kinderen van Johan van Lom zu Westeringh en Evan van Crieckenbeeck gen. Baerle op 1 mei 1565 is gezegeld door: Johan van Lom, voor hem en zijn vrouw Margaretha Pollartz; Hendrich van der Impell, voogd in het voogdom Gelder; namens zijn zusters en op verzoek van broeders en zusters door Andries van Pollart; Emondt van Barle; Johan en Lambert van Cruchten; Christoffer van Dursdael en Lambert van Pollart, kanunnik te Aken.
Notitie bij Anna: kloosterlinge te Keysersbach in 1566.
Notitie bij Jeanne: Kloosterlinge te Hoydonck
Notitie bij Willem: Dirck Pollaert met sijnen broeder Willem ende Sachens ontfangen dat goedt ter Cluijsen, daarvan Here Johan Pollaert die Hofstadt ende naebeschreven goeder in ’t gebruick heeft op 2 september 1537.
Het leengoed de Cluijsen was gelegern te Roosteren. Jean, ridder van Pollart, die daarvan het vruchtgebruik had, was kanunnik te Aken en oud-oom van Dirk en Willem vernoemd.

514. Jean van Lomm zu Westeringh, tr.
515. Eva Baerle van Crieckenbeeck.
Uit dit huwelijk:
a. Jeanne, zie 257.
b. Jean Lomm zu Westeringh, tr. 13 febr. 1562 Margaretha van Pollart (zie 513,c).
c. Catharina van Lomm zu Westeringh.
d. Anna van Lomm zu Westeringh.

Notitie bij Jean: Jonker, Leenheer van Bree, zijnde een deel van Crieckenbeeck.
Notitie bij het huwelijk van Margaretha en Jean: Een erfdeling tussen Johan, Catharina, Anna en Johanna, kinderen van Johan van Lom zu Westeringh en Evan van Crieckenbeeck gen. Baerle op 1 mei 1565 is gezegeld door: Johan van Lom, voor hem en zijn vrouw Margaretha Pollartz; Hendrich van der Impell, voogd in het voogdom Gelder; namens zijn zusters en op verzoek van broeders en zusters door Andries van Pollart; Emondt van Barle; Johan en Lambert van Cruchten; Christoffer van Dursdael en Lambert van Pollart, kanunnik te Aken.

Generatie XI

1024. Lambert van Pollart, † vóór 1553, tr.
1025. Elisabeth van Asselt.
Uit dit huwelijk:
a. Andre, zie 512.
b. Johan van Pollart.
c. Margaretha van Pollart, tr. Joachim van Bocholts.
d. Lismonde van Pollart, tr. Frederick van Rhoe van Obsinnich, † vóór 1535.

Notitie bij Lambert: Jonker Lambert, Heer van Exaten en Raggenbosch fungeerde als getuige bij het huwelijk van Willem II van Kessel met Anna van Barich in 1516.
In een handschrift, voorkomende in het archief van huize Scheres, is op pag. 36 een acte omschreven waarin de familiedraad over drie geslachten te volgen is. Deze acte vermeldt dat Lambert Pollaert "sijn goet, erffe en haeffe Exaten und Faggenbosch bij Baexe in den Land van Horne gelegen" tot onderpand stelt voor een rente welke hij zijn broeder Johan Pollaert, "Canonich Jubileus der Eirwerdigher Kirche te Aichen" schuldig is, welke rente hij zal verleggen in de parochiekerk van "Sant Christoffers in de stad Roermond op Sant Hyronimus altaar den welghen meister Johan Pollaert seliger gedacht Doctor in de beiden Rechten praest tzo Arnhem sijn lieff Oem fundeerd, doteerd en ten eeuwigen dagen rijckelijk bestedicht heeft in en tot behoef van 2 werentlicher priester. En want Andreijs Pollaert, des voorzegden Lambrechts eliche alste sohn".....enz.
Notitie bij Elisabeth: Jonkvrouw
Notitie bij het huwelijk van Lambert en Elisabeth: Op 10 Juli 1553 is zij weduwe
Notitie bij Johan: Kanunnik te Thorn "filius Lamberti de Exaten. Clericus in 1529" (Scillings IV.pag.33. no. 60)
Notitie bij Lismonde: Na de dood van haar man herbouwde zij in 1535 het goed Sippernau in Belgie.
Zij maakte op 12-12-1547 haar testament.

Generatie XII

2048. Diederick van Pollart, † 1482, tr.
2049. Agnes van der Coulen.
Uit dit huwelijk:
a. Lismonde van Pollart.
b. Jean van Pollart.
c. Hugo van Pollart.
d. Lambert, zie 1024.
e. Henderik van Pollart, tr. Johanna van Dattenborch.
f. Arnold van Pollart, † 1490, tr. N.N..

Notitie bij Diederick: Jonker Dirk van Pollaert, Heer van Exaten, Raggenbosch en Coulen, genaamt Kraen of Kraenen. In het Frans wordt hij genoemd "Le craint seigneur d’Exaten". Hiervan kan Kraen en later Kraenen zijn afgeleid. Mogelijk is ook dat "Kraen" afkomstig is van het gehucht Kraen in Nederweert. Kraenen Pollaert betekent dan Pollaert die van Kraen Komt.
Dirk, ook wel Derick genoemd, is de eerste geweest die in een acte zijn naam veranderde van Pollart in Pollaert (akte d.d. 22 december 1449, Archief huize Scheres).
Dirk legde in 1458 de verklaring af, dat zijn zoon de Hof Hongerbruggen, welke hij hem als huwelijksgift had toebedeeld, verruild heeft met Raso Bormans van Baexem tegen andere goederen (Publ.)
Volgens het nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel IX, had hij vier zoons t.w.: Johan, Dirk de Jonge. Frank - drosaard te Dalenbroeck en Arnold. Uit een scheidingsakte van 1471, voorkomende in ’s-Rijks Oude Archieen 1927 blz. 852, blijkt echter dat Frank geen ZOON, doch een NEEF van Dirk van Pollaert genaamd Craen moet zijn. Deze acte luidt: "Scheiding en deling zijner goederen door Derick Pollaert, genant Craen, tussen zijn beide zonen Johan Derick en Arnolt, bezegelt door hum oom Dederick Pollaert, kanunnik te Aken, zijn oud-oom Arnold Trypperts en zijn neef Frank Pollaert, drossaard te Dalenbroeck."
Notitie bij het huwelijk van Diederick en Agnes: In de stamreeks, vermeld in de Pubiications, wordt zijn echtgenote Johanna N. genoemd. Blijkens acten, afkomstig uit het archief van huize Scheres, heeft Dirk Pollaert genant Craen de hier genoemde 8 kinderen gehad die allen Agnes van der Culen tot moeder hadden.

In een akte van het jaar 1493 (archief huize Scheres) staat: Dederich van Gelene Stadhouder tzer tzijnt des woelgeboren ind vermoegende Joncker Hermans van Brockhorst ind van Batenborch, Here tot Steijn, dat voor hem gekomen sijn ... enz., Heer Hugo Pollart Canonick tot Unser Liever Vrouwen tot Aken, hunnen broeder verdragen en eens geworden sijn, also van den hausse und guede genant ter Culen, enz. In een akte van 1469 wordt Johan Pollart, kanunnik te Aken en zoon van Dirk Pollart gen. Craen, genoemd: "Johan Pollaert Agnesen son van der Culer."
Uit het vorenstaande en uit het feit dat Thierry van Pollart gen. Craen zich voor het eerst "heer van Exaten, Raggenbosch en Culen noemt, is het bewijs te putten, dat hij gehuwd moet zijn geweest met Agnes van der Culen, die het goed Culen of Coulen bij haar huwelijk meebracht.
Notitie bij Lismonde: Lismonde was in 1529 geestelijke dochter in het klooster van O.L. Vrouw der 11.000 maagden henaamd in der Weijden binnen de stad Venlo gelegen. In een akte noemt Johan van Pollaert, kanunnik te Aken, "suster Lijsmoet Pollarts hunne mede-professijt en gewijde suster".
Notitie bij Jean: Jean was ridder en kanunnik te Aken. Hij was vruchtgebruiker van het leengoed "de Cluyssen" te Roosteren. Hierover Publ. 1894 blz. 205: Dirck Pollaert met zijnen broeder Willem (beide zonen van Andre) ende sachens ontfangen dat goedt ter Cluijsen, daarvan here Johan Pollart die hofstadt en nabeschrevener goeder in ’t gebruik heeft. Op 2 september 1537.
Notitie bij Hugo: Ridder Hugo van Pollaert, Heer van Ulensfort en kanunnik te Aken.
Notitie bij Henderik: bijgenaamd De Jonge. Vermoedelijk is hij identiek aan Jonker Dirk van Pollaert de Jonge. Jonker Dirk Pollaert, beijgenaamt de Jonge, komt 7 Augustus 1468 met Frank Pollaert als scheidsrechter voor in een geschil tussen het kapittel van Thorn en Rutger Op Gen Eynde.
Op 27 Augustus 1477 in een acte van de Abdis van Thorn, Elsa van Bueren, aangaande een erfpacht van twee malder rogge op Kukenbosch ten voordele van het St. Nicolaasaltaar in de Stiftskerk van Thorn.
IOp 8 Augustus 1471 als scheidsman over een erfmangeling van de hoeve Ther Haghen onder Grathem.
Op 10 Juni 1472 als getuige van Willem Raetzen van der Heyden, toen deze aan Frank Pollaert, drossaard van Dalenbroeck, een rente van 12 rijnse guldens verkocht.
Op 30 Juli 1480 als lenheer van de Abdis bij de verkoop van een laatbank te Kessenich door Leonard van Stockbroeck, meier van Thorn, aan Catharina van Ghoor, weduwe van Gerard Haeck van Thorn.
In 14583, des zondags na Pinksteren, bezegelde hij het huwelijkscontract van Willems van Baerle en Godefrida Mercator.
Op 21 December 1483 en 14 Juni 1490 zegelde hij als meier van Thorn.
Notitie bij het huwelijk van Johanna en Henderik: Het koppel had twee dochters.
Notitie bij Arnold: Hij werd de stamvader van de Pollarts van Roermond.

Generatie XIII

4096. Jean Dirksz. van Pollart, tr.
4097. Agnes Trypperts.
Uit dit huwelijk:
a. Diederick, zie 2048.
b. Jean van Pollart, † 8 sept. 1465.10
c. Theodorick van Pollart, † na 1482.
d. Johannes van Pollart, tr. Catharina van Tits.

Notitie bij Jean Dirksz.: Heer van Exaten en Raggenbosch, beide leengoederen van de Graaf van Horn.
Jean heeft vermoedelijk Exaten gebouwd en het eerst bewoond.
Notitie bij het overlijden van Jean Dirksz.: Na het overlijden van Jean en Agnes erfde de oudste zoon Dirk de familiegoederen Exaten en Raggenbosch. Het goed Tryppaerdt wordt dan niet genoemd. Dit blijkt aan de jongste zoon te zijn gekomen.
Notitie bij Jean: Hij was Licentiaat in de beiden rechten (kerkelijk en wereldlijk recht); domproost van het kapittel van St. Walburgis te Arnhem; proost van het Stift van de H. Geest te Roermond en kanunnik van de St. Andrieskerk te Keulen.
Hij was mede-executeur testamentair van Johannes de Lovanio (Jan van Loven of Jan van Luik) die 23 december 1438 te Keulen stierf.
In 1451, op de dag van St. Petrus ging hij, zijn broer Diederick bijgenaamd Kraenen, zijn broer Theoderick en zijn oom Arnold Trypperts, Schol;tis te Thorn, een schikking aan met Henri van Crieckenbeeck genaamd Baerle en Sijbert van Briede en zijn vrouw Margarethe, ouders en erfgenamen ter anderen zijde in verband met een erfenis van de ouders van Henri van Baerle en zijn vrouw Baetse, of Elisabeth Krenskens.
In Roermond stichtte hij een week en een tweejaarlijkse dienst van de gemiddelde rente van 140 Roermondse guldens van zijn boerderij te Asselt.
Bij testament besteedde hij een deel van zijn vermogen tot stichting van een gasthuis en belastte met de oprichting hiervan zijn broeder Theodorick, Canonick tot O.L. Vrouw te Aken. Deze kwam echter te overlijden alvorens in de gelegenheid te zijn gewest de opdracht te volbrengen, na in 1479 tevergeefs een beroep te hebben gedaan op de erfvoogd van Roermond, Willem van Vlodrop.
Bij testament droeg hij zijn last over op zijn beide neven Diederick van Pollart en Jonge en Jean, kanunnik te Aken, aan wien het gelukken mocht de opdracht in 1482 tot een goed einde te brengen. De Stichtingsbrief is origineel bewaard gebleven met de zegels van de stad en die van het kapittel en met de twee Pollartszegels. Het beheer werd opgedragen aan de stad en aan Diederick en Johan Pollart, met dien verstande dat na overlijden van beide laatsten hun plaats zou worden ingenomen door de oudste mannelijke afstammeling uit het geslacht Pollart. Voor de familie Pollart, die altijd vrije toegang had, moest steeds het beste vertrek in gereedgheid gehouden worden. Deze prerogatieven, die ook na 1754 behouden bleven, werden eerste tijdens de Franse revolutie opgeheven. Dit gasthuis werd gebouwd op de Schuitenberg te Roermond, naast Maria-Wes (Zie Roermonds Gedenkboek).
In 1443 zond de hertog van Gelder deze onderscheiden prelaat naar het hof van Savoye om het huwelijk van zijn zoon Adolf met een prinses van Savoye voor te bereiden (Publ.).
Notitie bij Theodorick: Hij was kanunnik "Jubileus der Ejurwerdighe Kirchen van O.L.Vrouw der Koijncklicner stadt Aachen" (Archief Huize Scheers).
Van 1435 tot 1440 was hij Deken te Roermond en leeft nog in 1482.

In 1434 benoemde Paus Eugenius IV hem en de Deken van St. Servaes te Maastricht, Johannes Novo de Lapide, tot Zijn gevolmachtigden en belastte hen met de reformatie van het klooster St. Elisabeth te Wunhem met de opdracht dit onder de congregatie der reguliere kanunniken van Windersheim te brengen.

Op 26 September 1482 sloot de Magistraat van Roermond een overeenkomst met Theodorick en Johan van Pollart, kanunniken te Aken, aangaande de uitvoering van het testament van Johan Pollart, domproost te Arnhem, waaroin de stichting van het gasthuis te Roermond bevolen werd.
Hij is vermoedelijk kort na 1482 overleden.
Notitie bij Johannes: Ridder van Pollart. Hij erfde het goed "De Tryppaerdt". In een akte van 27 maart 1447 wordt hij genoemd: "Jan Pollaert van Ruremunde", leenheer van "den laeten des hoeffs te Nederhoeven tot Hedell (Heel)". Uit een volgende akte blijkt dat hij tevens rentmeester is van het kapittel en van de Abdij te Thorn.
Notitie bij het huwelijk van Catharina en Johannes: Het bewijs voor het huwelijk vinden wij bij het huwelijk van hun dochter Catharina, zie aldaar.

Generatie XIV

8192. Diederick van Pollart, geb. omstr. 1350.

Notitie bij Diederick: Voporzover achterhaald kon worden is hij de eerste Pollart met een aanwijsbaar regelmatig nageslacht. Van hem is verder alleen bekend dat hij de vader was van twee zonen.
Notitie bij Diederick: Van hem is alleen bekend dat hij in 1409 Schepen was in de bank van Wessem.

8194. Jean Tryppaerdts.

Notitie bij Jean: Op 14 juni 1400 was Jean Tryppaerdts leenman van de abdis van Thorn. Hij wordt nog genoemd in 1416. In 1445 leefde hij niet meer. (Publ.).
Het wapen van de Trypperts bestond uit een kruis van vijf ruiten, met in het vrijkwartier een vijfpuntige ster.


Bronnen

1. BS akte 38
2. DTB Heemstede boek 14.6 blad 299
3. akte 22 d.d. 18-01-1827 notaris Bloemarts te Weert
4. BS akte 77
5. BS akte 20v
6. BS akte 1v
7. BS akte 11
8. akte 22 d.d. 18-01-1827 notaris Bloemarts te Weert
9. DTB RK
10. HHP
11. RK Someren
12. DTB RK Someren
13. RK doopboek Thorn
14. Brouwer
15. genwiki
16. volgens huwelijkscontract (Genwiki Limburg | Limburgse Leeuwe 1963 pag.45


Gegenereerd met Aldfaer 4.2 op 21 mei 2010 20:35
Bestand C:\aldf\Verhoeven\V090205\V090205